Totaal aantal pageviews

vrijdag 20 september 2013

Juffertjes

Soms moet je jaren wachten voordat je een bepaalde soort weer ziet. Ik had ooit dichtbij het Zuidlaardermeer bij een petgat een Weidebeekjuffer gezien die me te snel af was, voordat ik mijn fototoestel gereed had was het beestje al weer buiten bereik. Nadien op dezelfde plek nog wel eens vaker gezocht maar uiteraard nooit weer gezien daar. Nu is de weidebeekjuffer niet super zeldzaam maar ondanks herhaalde uitstapjes naar de Drentsche Aa heb ik hem in de jaren die volgden op onverklaarbare wijze nooit meer gezien. En zoals met vele soorten denk ik dan al snel; "ik zie hem nog weleens" en laat betreffende soort maar voor wat hij is. Afgelopen zomer waren we in de Eifel en daar zag ik boven een snelstromend beekje vele libellen rondvliegen, dit waren Bosbeekjuffers, in Nederland zeldzaam, maar in de Eifel nog veelvuldig voorkomend. Het verschil met de Weidebeekjuffer is dat bij deze juffer de vleugels helemaal donker gekleurd zijn. Voor de rest lijken ze erg op elkaar. Helaas bleken ze vrij schuw en opvliegerig te zijn zodat een goede foto maken best wel tegenviel. Desalniettemin was ik erg tevreden met deze waarneming. Enkele weken later besloten enkele vrienden van mij dat het wel leuk zou zijn om met een kano de Drentsche Aa af te zakken. Normaal is dit niet toegestaan maar in Schipborg is er èèn bedrijf die per dag een beperkt aantal kano`s mag laten varen. Zo gezegd zo gedaan en met de nodige hilariteit en gespartel zakten we stroomafwaarts richting Zuidlaardermeer waarbij ook nog de opmerking kwam waarom we toch zo weinig dieren zagen (waarschijnlijk was ons geklets en gespartel -als van een stel pubers voor het eerst zonder ouders op pad- kilometers verderop al te horen). Maar wat ik wel zag, en in grote getale, waren Weidebeekjuffers. Ondanks het slechte weer (zo`n beetje de enige slechte dag in augustus)konden we vele tientallen weidbeekjuffers spotten en ook deze beestjes waren moeilijk benaderbaar zodat een foto maken geen sinecure was. Zo wacht je jaren op een beestje en zo heb je ze in èèn zomer allebei voor de lens gekregen. Het lijkt warempel wel een beetje op geluk, des te harder je ernaar zoekt des te moeilijker vindt je hem, als je er niet naar zoekt staat het plotseling voor je neus.

maandag 9 september 2013

Makkie!!

Soms ligt determinatie zo voor de hand, en kan het zo simpel zijn. Neem het volgende kevertje. Ik vond hem dichtbij het Schildmeer. Hij zat gewoon op de auto en liet zich makkelijk vangen. Na hem op de foto te hebben gezet heb ik hem z`n vrijheid weer gegeven. Nu alleen nog even determineren en klaar is kees. Vaak lijkt het simpel maar komen er al struunende steeds meer kandidaten bij maar in dit geval was ik er vrij snel uit. Het is een Vierbandsmalbok, logisch toch...
Vier gele banden, voelsprieten als de hoorns van een bok, vrij smal, kan niet missen. of....??? Zou me niets verbazen als het toch wat anders zou zijn maar voorlopig is het een Vierbandsmalbok.

maandag 2 september 2013

Is dit alles?? ..



"Is dit alles?", Wie kent deze zin nog? Doe maar zong hem in de jaren tachtig. Het ging over de doelloosheid van het bestaan. De meeste meisjes die toen vol overgave meezongen zijn nu getrouwd/gescheiden/huisvrouw/carrierevrouw/moeder/ enfin met de leegheid van het bestaan valt het misschien nog wel mee. Vooral als je het vergelijkt met sommige vrouwlijke collega`s uit het dierenrijk, hier is de emancipatie nog niet echt doorgedrongen, Leeuwinnen moeten zelf jagen,jongen grootbrengen en zich de lusten van de mannetjes laten welgevallen, kortom zij doen alles wat nodig is om hun soort te doen laten voortbestaan, de mannetjes zorgen alleen voor wat extra genen.Leeuwinnen vinden dit "alles" meer dan genoeg lijkt me. Maar als je als vrouwtje Witvlakvlinder geboren wordt dan heb je volgens mij het volste recht om je af te vragen; "Is dit alles?" Vrouwtjes van deze soort hebben maar èèn taak; mannetjes lokken,zich laten bevruchten en eitjes leggen, tot zover niet zoveel anders dan elders in het dierenrijk gebeurt (en misschien ook wel bij onze eigen soort ) maar dit alles speelt zich af in een zeer kort tijdsbestek en op een enkele vierkante centimeter. De vrouwtjes eten niet en kunnen ook niet vliegen. Na de verpopping zijn ze uit de cocon gekropen in afwachting van een mannetje die hun bevrucht, daarna eitjes leggen en dan volgt alras de dood, "Is dit alles', ja "Dat is alles!" Overigens hebben de mannetjes niet veel meer spanning in hun leventje, eten doen en kunnen ze niet en nadat ze een vrouwtje gevonden en beknuffeld hebben gaan ze ook dood. Eigenlijk heb je als Witvlakvlinder alleen een beetje lol in je leven in de rupsfase, maar ook dat verveelt snel lijkt me, Alleen maar knagen en vreten en dat ook alleen nog maar van de plant waar ze toevallig uit het ei zijn gekropen. De rupsen zijn wel verreweg het fraaiste van de hele generatie, de mannetjesvlinder stelt qua schoonheid niet zoveel voor en het vrouwtje is helemaal een deerniswekkend grijs schepseltje. Je ziet haar zo makkelijk over het hoofd dat zij gebruik moet maken van feromonen (lokstoffen) om een mannetje zover te krijgen een kleine escapade te beginnen. Drie generaties Witvlakvlinder: Ei, Rups, (cocon), Vlinder (vrouwtje

Volgers